Het dit weekend gepresenteerde aanvalsplan tegen racisme ‘ons voetbal is voor iedereen’ beantwoordt de maatschappelijke vraag, maar slaat de plank mis als het gaat om langdurige gedragsverandering.
14 miljoen euro voor het tegengaan van racisme in het voetbal, onder andere
door bewustwordingscampagnes, extra
cameratoezicht en zwaardere straffen voor supporters die zich misdragen en
clubs die tekortschieten in hun racisme-aanpak. De plannen die ministers Bruins (Medische Zorg en Sport)
en Koolmees (SZW) dit weekend presenteerden, konden veelal op lovende reacties
rekenen. De maatschappelijke roep om zwaardere straffen werd in het rapport
immers ruimschoots beantwoord met een verscheidenheid aan extra
sanctioneringsmogelijkheden. Er is echter een overvloed aan wetenschappelijke
kennis die aantoont dat deze aanpak op de lange termijn niet effectief is.
Inzichten uit de wetenschap over gedrag en opvattingen
Het is opvallend dat de wetenschap naar de reservebank lijkt te zijn verbannen.
Voor gedragsverandering op de lange termijn is het namelijk essentieel om ook
de diepgewortelde opvattingen achter het gedrag van supporters aan te pakken.
Het rapport verzuimt plek te maken voor het echt goed kijken naar, en aanpakken
van, de redenen achter racistisch gedrag. Hieraan voorbijgaan maakt de kans
groot dat supporters snel weer zullen vervallen in hun oude gedrag. Gedragswetenschappelijke
inzichten die kunnen worden ingezet bij het veranderen van racistisch en
discriminerend gedrag zijn talrijk. Zo kan de in de psychologie klassieke Social
Identity Theory van Henri Tajfel en John Turner goed gebruikt worden om racistische
uitingen te verklaren: mensen baseren hun identiteit op de groep waar ze bij
horen. Bij een groep horen geeft ons trots en zelfvertrouwen. We verdelen de
wereld in ‘wij’ en ‘zij’, benadrukken de verschillen tussen de groepen en zijn
negatief over de andere groep om dit gevoel van saamhorigheid en eigenwaarde te
versterken. Racisme is een typisch voorbeeld van de ingroup-outgroup bias:
boegeroep en iemand van de andere groep afschilderen als dom wordt onbewust
gedreven door de basisbehoefte ons goed te voelen over onszelf en versterkt
doordat we allemaal hetzelfde teamshirt dragen en op elkaar gepakt in het
uitvak van de tegenpartij zitten.
Een ander inzicht dat komt uit onderzoek specifiek naar racisme in het Nederlandse voetbal, is misschien nog wel relevanter. Het blijkt namelijk dat voetbalsupporters hun eigen gedrag helemaal niet bestempelen als racistisch. De dominante opvatting onder voetbalsupporters is dat racistische uitingen alleen écht racistisch zijn wanneer ze gedaan worden vanuit een racistische overtuiging. Supporters geven aan dat hun uitspraken ‘onschuldige grapjes’ zijn die in de emotie van het spel gemaakt worden. We moeten ze vooral niet al te serieus nemen. Als de daders zich niet bewust zijn van de ernst van hun acties, dan is straffen uiterst ineffectief.
Creatievere methoden
Wetenschappelijke inzichten kunnen worden ingezet om de interventies in het aanvalsplan effectiever te maken. Zo blijkt uit onderzoek van de universiteit van Stanford dat virtual reality een effectieve manier is om daders bewust te maken van het effect van hun woorden. Met behulp van deze techniek kunnen supporters daadwerkelijk in de schoenen van spelers worden gezet. Dit is effectiever dan de traditionele campagnes genoemd in het aanvalsplan. Het daadwerkelijk ervaren van racisme in zo’n 3D omgeving maakt dat supporters ook echt voelen wat het effect is. Dit leidt tot meer empathie voor spelers, waardoor supporters eerder geneigd zijn hun overtuiging dat het ‘maar een grapje is’ te laten varen en hun gedrag blijvend te veranderen.
Het appel aan de KNVB en de ministers
Verrijk je aanpak door campagnes te ontwikkelen die gebruik maken van beschikbare kennis. ‘Ons voetbal van iedereen’ maken kan alleen door je goed te verdiepen in de doelgroep en de wetenschap in de spits te zetten.